Na overlijden laat een persoon een erfenis achter. Deze persoon is dan de erflater. Hoe deze erfenis wordt verdeeld over de erfgenamen wordt vaak opgenomen in het testament van de erflater. Indien er geen testament is opgesteld door de overledene zijn er andere regels van kracht voor de verdeling van de erfenis. In dit artikel kijken we naar de wettelijke verdeling bij een erfenis verdelen.
Het is wettelijk bepaald dat de echtgenoot en de kinderen van de overledene in gelijke delen erfgenaam zijn. De hele erfenis, alle bezittingen en schulden, gaat echter direct naar de echtgenoot van de overledene. De kinderen hebben wel recht op het kindsdeel, maar zij krijgen dit nog niet. Dit erfdeel krijgen de kinderen pas nadat de andere ouder overlijdt. Hun erfdeel wordt omgerekend in geld.
De wettelijke verdeling is van kracht als de overledene geen testament had opgesteld en getrouwd was op het moment van overlijden (of geregistreerd partner). Ook geldt dit als de overleden persoon 1 of meerdere kinderen heeft op moment van overlijden. Hierbij gaat het om eigen kinderen of erkent kind of geadopteerde kinderen. Pleegkinderen en stiefkinderen zijn enkel erfgenaam indien dit is opgenomen in het testament.
Bij een wettelijke verdeling moeten alle erfgenamen aangifte doen voor de erfbelasting. Dit hoeft enkel als de erfenis meer waard is dan de geldende vrijstelling. De echtgenoot betaalt vaak de erfbelasting. Dit zorgt ervoor dat de kinderen meer overhouden van de erfenis. Kan de echtgenoot de belasting echter niet betalen, dan kan hij of zij om uitstel vragen. Deze situatie doet zich bijvoorbeeld voor als de erfenis voornamelijk bestaat uit onroerend goed.
De echtgenoot kan er ook voor kiezen om het erfdeel van de kinderen direct uit te betalen. Dit is dan een schenking. Hierover moet dan wellicht wel schenkbelasting worden betaald. Het kind of de kinderen moeten dan aangifte doen voor schenkbelasting.